Belang van Kennis combinatie

Het belang van kennis combinatie van Medische- en Psychosociale Basisvakken volgens Plato eindtermen

Opgesteld door:               De heer drs. R.B.E.M. van Nistelrooij (arts)
In opdracht van:               Vita Opleidingen B.V.

​Door excessen en onduidelijkheden in de kennis en kunde hebben de grote zorgverkeringen het voortouw genomen om te komen tot een minimaal basisniveau voor de complementair geneeskundige. Dit minimale basisniveau heeft betrekking op de reguliere westerse geneeskunde en is gericht op het signaleren van problemen, die juist door de westerse geneeskunde behandeld zouden moeten worden.

Kennisniveau volgens Plato

Om dit minimale basisniveau te bereiken hebben de grote zorgverzekeraars contact gezocht met het instituut Plato (Platform Onderwijs, Opleiding en Organisatie) te Leiden. Het platform heeft voor dit doel eindtermen gemaakt, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen opleidingen in de medische basiskennis en de psychosociale basiskennis. In de opleiding medische basiskennis ligt het accent op het fysieke aspect van de regulier westerse geneeskunde (anatomie, fysiologie en basale pathologie). In de opleiding psychosociale basiskennis ligt het accent op de psychische ziektebeelden en aspecten. In de medische basiskennis is er wat aandacht voor de psychische aspecten van de mensen, terwijl er in de psychosociale basiskennis wat aandacht is voor de anatomie en fysiologie (met name van het zenuwstelsel).
De gedachte achter de normen van Plato is dat de complementair geneeskundige een dusdanig kennisniveau verkrijgt bij de opleiding, dat alarmsignalen herkend kunnen worden waarbij de complementair geneeskundige de patiënt kan verwijzen naar een regulier westers geneeskundige (BIG geregistreerde zorgverlener). Om een compleet beeld te krijgen en deze alarmsignalen goed te kunnen herkennen (pluis/niet-pluis gevoel), is het van belang om gedegen kennis te hebben van zowel de fysieke aspecten als de psychische aspecten. Dit geldt zowel voor de therapeut die zich voornamelijk bezighoudt met fysieke klachten, als voor de therapeut die zich bezighoudt met psychische klachten.

Psychische en fysieke problemen

Veel fysieke problemen kunnen een psychische grondslag hebben of kunnen zelfs komen door een psychische ziekte. Hierbij valt de term psychosomatiek in de westerse geneeskunde vaak. Uit onderzoek blijkt dat de meeste klachten van de lage onderrug ontstaan vanwege de psychische problemen waar een patiënt mee te maken heeft. Ook is er een correlatie uit onderzoek gebleken met de SOLK (Somatisch Onvoldoende verklaarbare Lichamelijke Klachten). Psychische ziekten, zoals bij de stemmingsstoornissen, kunnen veel fysieke klachten geven. Daarnaast kunnen psychische problemen ontstaan zijn door een fysieke ziekte. Hierbij valt onder andere te denken aan afwijkingen van de schildklier of in de suikerhuishouding. In sommige gevallen is de verandering van de psyche het enige aanknopingspunt voor de fysieke stoornis. 

Beide richtingen voor een gedegen basis

De complementair geneeskundige zou er verstandig aan doen om beide opleidingen volgens de Plato normen te volgen. Hierdoor wordt een gedegen kennisniveau bereikt, waardoor het doel van Plato uiteindelijk bereikt wordt. Dit geldt voor zowel de complementair geneeskundige die zich voornamelijk bezighoudt met fysieke klachten, als de hulpverlener die zich voornamelijk bezighoudt met psychische klachten. Door het volgen en behalen van beide opleidingsrichtingen is er sprake van een deskundig basisniveau (zowel met betrekking tot fysieke als psychische klachten), wat voor zowel de therapeut als de patiënt van groot belang is, ongeacht de discipline waarbinnen men werkzaam is.